Posted on 04/05/2015 by RDW
Bram IJzerman en Scouting (in) Nunspeet
Geboorte
Het is 10 juli 1925 als het gezin IJzerman word verblijdt met de geboorte van een zoon die de naam Abram Arie IJzerman krijgt. Vernoemd naar zijn overgrootvader en grootvader van vaders zijde. Als roepnaam geven ze hem de naam Bram.
Om een iets duidelijker beeld van zijn leven te krijgen gaan we iets verder terug in de geschiedenis van Nunspeet. Al in 1894 verwerft de heer F.A.Molijn jr. een grote hoeveelheid grond in het dorp en sticht met zijn eerste echtgenote een jaar later de naamloze vennootschap Maatschappij de Veluwe. Terwijl de tijd voortschrijdt word in Diemen Pieter Bastiaan Jan IJzerman als zoon van een onderwijzer geboren. Piet heeft één zus die dan net 3 jaar ouder is. In 1901 benoemt Molijn een koopman uit Heemstede als president commissaris van NV de Veluwe. In de jaren die daarop volgden krijgt Piet IJzerman, inmiddels werkzaam bij de werf ,,Conrad” in Haarlem, kennis van Elisabeth Berendina van Waveren die de dochter blijkt van deze president commissaris. Het klikt en het stel trouwt op de aangenaam zonnige dinsdag 8 augustus 1920. Het paar vestigt zich aan de Grooteweg (Molijnlaan) en geeft hun woning de naam Huize Bloemenheem. Piet is dan al vanaf maart als adjunct directeur werkzaam bij NV de Veluwe. Inmiddels is in 1922 de moeder van Elisabeth in Heemstede naar een kortstondig lijden overleden. Het wordt mei 1923 en hun eerste kind word geboren, het is een dochter die de naam Maria Theodora krijgt. Als roepnaam geven ze haar de naam Marijke. In dat zelfde jaar bericht de krant dat in het dorpshuis een oprichtingsvergadering van een filmvereniging plaatsvond hierbij wordt Piet samen met de heer Kolkman en dokter B.Plomp jr. tot commissaris benoemt. Het is naar alle waarschijnlijkheid de eerste herleidbare nevenfunctie van de vele waarin hij de volgende jaren benoemd zou worden.
In 1926 verliest Bram, pas net een jaar oud, Oma IJzerman die slechts 59 jaar mocht worden en in Bloemendaal overlijdt. Over de daaropvolgende jaren is niet zoveel bekend, Huize Bloemenheem wat de samenvoeging van Bloemendaal en Heemstede is, krijgt een aansluiting op het lokale telefoonnet in 1927 en is vervolgens onder nummer 3 te bereiken. Dit zal vast erg handig zijn geweest omdat Bram´s vader inmiddels ook politiek actief was geworden. Voor de Vrijheidsbond, wist hij bij de gemeentelijke verkiezingen hetzelfde jaar 7 voorkeurstemmen te behalen. Ook gingen toen een aantal padvinders van de eerste padvindersbeweging in Nunspeet samen met ongeveer 300 andere Nederlandse padvinders op kamp gingen naar Engeland. Dit was ook gelijk het einde van de eerste padvindersgroep in Nunspeet omdat er geen opvolger voor de hopman kon worden gevonden.
Gezin
Het blijft niet bij 2 kinderen in het gezin IJzerman. Bram wordt op een koude dag in januari 29 verrast met broertje Peter. En terwijl Bram inmiddels naar de openbare lagere school gaat, en in Nunspeet opnieuw een padvindersgroep word opgericht is op 15 december 1931 het gezin compleet met de geboorte van Jan Erlo.
Eerste welpenhorde in Nunspeet
Terwijl vader IJzerman de mogelijkheden voor een zwem en badinrichting in de gemeente gaat onderzoeken, is inmiddels in januari 1933 Hitler aangetreden als Rijkskanselier van Duitsland.
De vereniging van vreemdelingenverkeer wil graag een zwembad bij de Eperweg oprichten. Voor een 40.000,- gulden zou er, op een van de familie Venster goedkoop te verwerven stuk grond, een restaurant en een zwembad met voorverwarming kunnen worden gerealiseerd dat in de winter als ijsbaan zou kunnen worden gebruikt. Een meerderheid van burgemeester en wethouders was voor maar het plan sneuvelde in de gemeenteraad omdat er geen toestemming kwam om het zwembad op zondagmiddag open te stellen. Dit had als gevolg dat het plan werd afgeblazen omdat hierdoor een exploitatie tekort ontstond. De teleurstelling en het ongenoegen verwoord vader IJzerman als commissielid in 1934 in een ingezonden artikel in de plaatselijke krant. Grappig genoeg dezelfde krant als waarin melding wordt gemaakt van een geslaagde propaganda avond van de kring der Nunspeetse padvindsters onder leiding van voorzitter mevr. Venster. Het wordt april, en op de ouder avond in hotel de Valk verteld Hopman B. Plomp dat de verkenners druk bezig zijn in het clubgebouw bij het Ronde Huis. Ze werken hard aan het maken van nestruimte’s om de sinds januari inmiddels voorzichtig in oprichting gekomen welpenhorde welkom te heten. Om te beginnen kunnen daar 6 – 8 jongens aan mee doen in de leeftijd van 7-11 jaar. De jongens zijn inmiddels gevonden en zullen aan de leiding van een zekere Mej. Kaptein worden toevertrouwd. Na elf maanden proefdraaien is het 25 mei 1935 als onder toeziend oog van ouders en bestuur, Mevr. Boeve van het district Zwolle Akela Kaptein installeert. Deze op haar beurt installeert Bram IJzerman en 7 andere welpen die met groot genoegen eindelijk het hordeteken de wolvenkop in ontvangst nemen. De Akela krijgt van hopman Plomp een totemstok overhandigd en zo is de eerste welpenhorde van Nunspeet officieel een feit geworden.
Tegelijke tijd zet vader IJzerman zich behoorlijk in voor de gemeente Nunspeet. Naast zijn normale werk bij de Veluvine en zijn politieke werkzaamheden neemt hij onder meer zitting in kascommissie´s van o.a. het Dorpshuis, de Nunspeetse vereniging voor ziekenzorg en de verpleegzorg. Een jaar later neemt hij opnieuw deel aan de verkiezingen namens de Vrijheidspartij voor zowel de provincie? als de gemeente. Hij stelt zich kandidaat als lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, maar het is uiteindelijk directeur L.A. Schaap van de melkfabriek die B.J. Dorlas opvolgt. Als vervolgens in februari 1936 de pleegzoon van wijlen F.A. Molijn, directeur W.G. Lohman van de Veluvine in het ziekenhuis in Amsterdam aan een maagkwaal overlijdt word vader IJzerman alleen tot directeur benoemd. De Veluvine is inmiddels al een groot aantal jaren in zwaar weer. De crisis van de jaren 30 en de val van de pond-sterling maakte dat de export haperde en men zich vooral op de binnenlandse afzetmarkt richtte. Toch weet hij onder die moeilijke omstandigheden op vele manieren een aanzienlijk deel van de bevolking aan het werk te houden. Ook hij is een groot voorvechter voor het verbeteren van de sociale omstandigheden onder de inwoners van Nunspeet, geheel in de geest van Molijn.
Kabouters
Terwijl de verkenners per fiets naar Beekbergen vertrokken om te gaan kamperen bij de Loenense waterval wordt de laatste zaterdag van juli 1936 op het terrein van de Roode Schuur bij het Ronde Huis een grote welpendag gehouden. Er kwamen 92 kinderen uit verschillende steden voor wedstrijden en werd er gespeeld en geboetseerd met klei. Onze Voortrekkers hielpen mee, en de punten aantallen lagen uiteindelijk dicht bij elkaar. De dag werd met een imitatie kampvuur afgesloten. Naast padvindsters maakt het dorp in oktober ook kennis met kabouters. Nadat Mej. Amy Dorlas als leidster is geïnstalleerd en op haar beurt de eerste 5 kabouters heeft geïnstalleerd is nunspeet ook een eigen kabouterkring rijker.
Moeder IJzerman die actief is als voorzitter voor de padvindsters en kabouters neemt tijdens het jaarfeest in april 37 in hotel de Veluwe afscheid van Mej. de Groot. Door werkzaamheden elders moet deze na een groot aantal jaren de leiding noodgedwongen overdragen aan Mej. L.van Heinigen. Als dank verrast het bestuur haar met een schemerlamp. Het padvindstersvendel, waar zus Marijke ook lid van was, vond overigens in de jaren 30 een periode onderdak in het zomerhuis achterin de tuin van de familie IJzerman.
Jamboree
Die zomer in 1937 word de Wereldjamboree in Vogelenzang gehouden met als grote afwezige Duitsland. Ook Italië en Japan laten verstek gaan. Er reizen ook Nunspeetse padvinders af naar Vogelenzang. De club bestaat uit 8 verkenners 1 voortrekker en inmiddels 17 welpen. De welpenhorde neemt maar 3 dagen deel aan het enorme evenement. Hoog bezoek was er in de vorm van prinses Juliana en prins Bernard en het was de plek waar Lord Baden Powell op 81 jarige leeftijd afscheid nam van zijn padvindersbeweging.
In de algemene vergadering van december in het Dorpshuis, die voor het laatst 3 jaar terug gehouden was, word gesproken over het afgenomen aantal verkenners van 18 naar 8. Los van de oorzaak werd een verdere terugloop niet verwacht omdat er een bloeiende en welvarende welpenhorde de verkenners ging versterken. De welpen merkten een vooruitgang van 7 in 1934 tot 19 in 1937 op. Het is dus aannemelijk dat Bram die zomer als welp heeft deelgenomen aan de Jamboree. Ook hebben een aantal nunspeetse padvindsters aan dit kamp deelgenomen.
Gevoel van onveiligheid
In januari 1938 word een nieuw onderkomen voor de padvindsters en kabouters in een oude hoofdonderwijzers woning aan de Laan in gebruik genomen. Op St. Jorisdag verzamelen de padvinders zich s’ avonds rond een kampvuur te Oud Soerel waar de eere-hopman Mr B. Plomp het verhaal van Sint Joris en de draak voorleest. Later dat jaar, bij de intocht van burgemeester Martens, die per augustus na 30 jaar burgemeester Baron C.W.F. Mackay opvolgt, zijn het Bram´s broer Peter IJzerman en Lida Vaassen die als welp en kabouter de nieuwe burgemeester bloemen aanbieden. Vader IJzerman neemt in december zitting in het voorlopige bestuur van het eerste huishoudonderwijs dat op kleine schaal in De Klokkenberg is gestart. Nog die zelfde maand word hij ook lid van het aanbevelingscomité voor de oprichting van luchtbescherming. Het gevoel van onveiligheid begint nu ook hier de kop op te steken, en op 16 december vindt een propaganda avond voor de oprichting van de luchtbescherming vereniging in Nunspeet plaats waar de plaatselijke burgers worden opgeroepen lid te worden.
De Nunspeetse verkenners houden in april 39 in Hotel Veluwe nog een geslaagde avond. Vader IJzerman is in mei inmiddels vakhoofd van de luchtbescherming in het dorp en stelt zich verkiesbaar voor de liberale staatspartij tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in juni. De kleuterschool die met ruimtegebrek kampte in het dorpshuis, en voor nood al een tijdje van de oude onderwijzerswoning aan de Laan gebruik gemaakte, heeft mede door toedoen van vader IJzerman en vele anderen in juli een gloednieuw gebouwtje aan de Schoolweg betrokken. Een van de twee kleuteronderwijzeressen was Mej. L. van Heinigen die we al kenden als leidster bij de meisjespadvinderij.
Oorlog..!
Als op 1 september Duitsland Polen binnenvalt en 2 dagen later Frankrijk en Engeland aan Duitsland de oorlog verklaren, mobiliseert Nederland zichzelf, en kiest ervoor net als in WW I neutraal te blijven. Daags na de aanval op Polen staat er in de plaatselijke krant een al geschreven openbare bekendmaking hoe te handelen bij luchtaanvallen.
Tijdens een algemene leden vergadering in Hotel Veluwe op donderdag 9 november opent voorzitter IJzerman de vergadering. Er word bekend gemaakt dat er een luchtbeschermingsoefening plaats zal vinden op de 21e die maand. Inmiddels is het ledental gegroeid naar 121 leden die platen krijgen uitgereikt waarop te zien en lezen valt hoe er bij een aanval gehandeld moet worden. Niet leden kunnen tegen betaling van 10 cent een plaat bij de secretaris Mr B. Plomp afhalen. De laatste zaterdag van die maand, houden de padvinders een oliebollenactie om arme kinderen een mooi sinterklaas feest te bezorgen. Er wordt met behulp van akela Kaptein door de padvinders gebakken en het baksel werd door de welpen en verkenners door het gehele dorp aan de man gebracht. De actie levert ongeveer 90 gulden op waar de kosten nog wel van afgetrokken moesten worden. Ruim een week later, na een geslaagd sinterklaasfeest, staat in de krant dat de padvinderij met deze actie haar register van goede daden weer met 1 heeft vermeerderd.
In het nieuwe jaar word er op Hemelvaartsdag nog een grote districts-welpendag bij het Ronde Huis georganiseerd het aantal deelnemers is dan gestegen tot ongeveer 250 welpen.
Ook oorlog in Nederland
Op vrijdag 10 mei 1940 valt de Duitse Wehrmacht Nederland, België en Luxemburg aan. Het Nederlandse leger, dat niet was uitgerust voor een moderne oorlog, werd volkomen onder de voet gelopen. Vliegtuigen bombardeerden op 14 mei Rotterdam om daarmee Nederland sneller tot overgave te dwingen. Generaal Winkelman, de bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten, werd geconfronteerd met zowel een strategisch uitzichtloze situatie als met het Duitse dreigement tot vernietiging van meerdere grote steden. Op woensdagochtend 15 mei 1940 tekende hij derhalve dan ook de capitulatie, met uitzondering van de provincie Zeeland.
Als gevolg van het verwoeste Rotterdam komen donderdag 12 juli rond de middag ongeveer 400 kinderen per extra trein aan op het station. Ze zijn hier voor een tijdelijk verblijf, in de speeltuin van café t’ Vosje komen de kinderen even bij, en krijgen ze een versnapering. Kinderen die niet voor de omgeving bedoeld waren worden door het damescomité, geholpen en door padvinders, naar hun pleeggezinnen gebracht. De anderen worden per (paard? en) wagen naar omringende dorpen gebracht.
Vader IJzerman moet op last van de bezetter de ziekenkas, die meer dan 40 jaar haar werk had gedaan, opheffen. Onmiddellijk gaf hij de verzekering dat indien de uitkering bij ziekte door de Staat ook maar op enigerlei wijze mocht uitblijven ,,De Veluwe” zou bijspringen. Terwijl de illegale pers nog maar in de kinderschoenen stond was hij degene die al zorg droeg voor de levering van de benodigde drukinkt. Inkt die als een van de vele producten in de Veluvine werd gemaakt. Als het in december de padvinders niet meer lukt om een oliebollenactie voor het sinterklaasfeest op te zetten. knapt men in plaats hiervan, onverkoopbaar speelgoed en andere goederen op die voor de arme nunspeetse kinderen door de kinderwagenfabriek zijn geschonken.
Bram doet in januari 1941 mee aan een schaatswedstrijd op de Waschkolk en wint als 15 jarige van zijn leeftijdsgroep de eerste prijs. Een maand later meld de plaatselijke krant dat er opnieuw vernielingen aan het troephuis van de padvinderij bij het Ronde Huis hebben plaatsgevonden. Als op 2 april landelijk een verbod op de padvinderij word afgekondigd krijgen de ouders een brief van de groepsleider en is het over en uit. Een week later werd in de dagbladen als reden ondermeer genoemd dat de Nederlandse padvinders centraal vanuit het internationale padvindersbureau in Londen geleid wordt, en een actief instrument van de Britse culturele en politieke propaganda is. Later dat jaar volgt een landelijke oproep dat alle kasgelden van de padvinderij zover nog niet ingenomen moeten worden gestort op rekening van een handelsmaatschappij in Amsterdam.
Verzet
Terwijl vader IJzerman, die als gastvrije en opgewekte man te boek staat, thuis op Bloemenheem met enige regelmaat de nodige mensen ontvangt voor het beramen van illegale plannen, word de verffabriek inmiddels gedwongen camouflageverf te leveren aan de Duitse weermacht. Met tegenzin, maar ook in de wetenschap dat de fabriek anders gesloten zou worden en de werknemers naar Duitsland zouden worden afgevoerd, heeft hij aan dit bevel voldaan. Bijkomend voordeel hiervan was dat ook de binnenlandse markt nog mocht worden voorzien, en er ook voldoende geld werd verdient om het verzet te kunnen financieren. Gebruikmakend van zijn positie, en gave de vijand om de tuin te leiden, wist hij veel jonge mensen die anders in Duitsland te werk gesteld zouden worden in de fabriek aan het werk te houden. Men kon door zijn vele connecties praktisch voor alles bij hem aankloppen, zo werden er bijvoorbeeld de nodige (joodse) mensen vanuit Bloemenheim naar de verschillende onderduikadressen gebracht. Het is niet verwonderlijk dat de algemene leiding van de O.D. al spoedig in zijn handen lag. In 1942 krijgt hij hulp van J.F. Ristjouw als adjunct-directeur op de Veluvine. Ondanks al zijn al dan niet illegale werkzaamheden besteed hij ondertussen, als goed huisvader, ook veel tijd aan zijn gezinsleven en is hij een actief liefhebber van diverse sporten.
Onderduikers in het bos
Januari 1943 maakt de krant bij de rubriek in en uitkomende inwoners bekend dat A. IJzerman (opa) zich vanuit Bloemendaal heeft gevestigd op Bloemenheem. Het is ongeveer rond die tijd dat de tot Nederlander genaturaliseerde advocaat Mr. E.H. Baumhauer van Huize Vierhouten samen met anderen, onderduikers in een oude schaftkeet in het bos verstopt had. Toen de later zo bekende Opa Bakker aan een vriend toevertrouwde dat hij onderduikers bij zijn huis had verstopt, en zich bereidt toonde om samen met zijn vrouw (tante Cor) de onderduikers in het bos van voedsel te voorzien, was het plan geboren om meer onderduikers in het bos onder te brengen. Samen met Dirk Vierhout die het vervoer regelde, werden bouwmaterialen gezocht om hutten in het Soerelse bos te bouwen. Voorbij de boswachterswoning van Mazier aan het begin van de Pas-Opweg lagen hutten die namen hadden als Vrij Nederland, Blokhut, Orangehaven en de Bimhut wat stond voor de prinsesjes Beatrix, Irene en Margriet. Verder op voorbij de ,,Pas-op” richting Gortel, in een perceel jonge nog niet uitgedunde dennen, werd gebouwd aan hutten voor ondermeer joodse onderduikers. Uiteindelijk werden hier 9 hutten verdeeld over 4 kampen gebouwd. Het later in de volksmond genoemde Geheime Dorp was een feit.
Gemeente secretaris van Marle, de directeur van de melkfabriek L.D. Schaap en 5 andere inwoners, werden als represaille voor de staking op 30 april door werknemers van de melkfabriek en het postkantoor gevangen genomen op zondag 2 mei. Meneer Schaap werd al spoedig vrijgelaten omdat hij hoofd van de luchtbeschermingsdienst was. Kort daarna stond er in een advertentie van het bevolkingsregister dat Bram IJzerman naar Deil was vertrokken. We kunnen slechts gissen of hiermee de bezetter op het verkeerde been is gezet. Terwijl radio’s verboden werden vervolgde ook het gewone leven z’n weg, zo is in november in hotel de Veluwe een vergadering van de vereniging van volksonderwijs gehouden. Het voorzitterschap was inmiddels na de dood van W.G. Lohman door vader IJzerman overgenomen.
Donkere tijd
Goede vrijdag 1944 werd er midden in de nacht een inval gedaan in de ,,Paddestoel” bij de familie Schaap. De Duitsers hadden er lucht van gekregen dat er onderduikers in huis waren. Tijdens de huiszoeking werden ze enige tijd later plat in de dakgoot aangetroffen. Het betrof de neef van mevrouw Schaap en de broer van meneer Schaap. Alle vier werden ze gevangen genomen. Na 9 weken werd mevrouw Schaap weer vrijgelaten uit het huis van bewaring in Arnhem. Ondertussen had vader IJzerman een bericht de gevangenis in gesmokkeld en aan Schaap laten weten dat er geen wapens in de Paddestoel gevonden waren. De wijze waaraan de echtheid van het bericht kon worden afgeleid was werkelijk uniek. Zijn buurman van een paar huizen verder kon wat dat betreft opgelucht zijn. Op het Veluvine terrein werd begonnen met de bouw van het recreatiegebouw. De directie was van mening dat er ondanks de oorlog voor het personeel goede wasgelegenheid en een ontspanningruimte etc. moest zijn. Ondertussen zijn de geallieerden op 2 september België binnen getrokken, en begint een dag later in heel Nederland de landelijke spoorwegstaking. Opa Bakker, die gepensioneerd spoorwegbeambte was, kreeg nog meer werk omdat hij zich naast de onderduikers nu ook bezig ging houden met het helpen van stakende spoorwegmensen. Nadat de geallieerden op 17 september Operatie Market Garden bij o.a. Nijmegen hadden ingezet valt in Nunspeet de complete stroomvoorziening weg. Om de mensen in de verffabriek toch aan het werk te houden schakelde de directie volledig over op de productie van Veluplex noodruiten. Dit waterbestendig geïmpregneerde bordpapier werd voorzien van kleine ronde kijkgaatjes en was een goede vervanging voor alle in het land door bombardementen gesneuvelde ruiten. Een week later moeten in opdracht van de bezetter ongeveer 95.000 mensen uit Arnhem evacueren. Velen zoeken hun heil hier op de Veluwe.
In september 1944 voeren de Duitsers een nieuwe maatregel in: ze heffen de ‘Gerichtsbarkeit’ op. Dit houdt in dat terroristen – zoals verzetsmensen worden genoemd – voortaan zonder vorm van proces doodgeschoten mogen worden. Deze maatregel is bedoeld om de overvolle gevangenissen leger te krijgen en de rechtbanken te ontlasten. Dit betekent nieuwe vergeldingsmogelijkheden voor de Duitsers en een nieuwe strategie. Als de Duitsers een actie van het verzet willen vergelden, doden zij voortaan zogenaamde ‘Todeskandidaten’
De laatste dag van september word de 20 jarige Hilbrand Johannes Baar (Brammetje), zoon van de chef van station Hulshorst bij een wapentransport gearresteerd. Brammetje die deel uitmaakt van het ondergrondse verzet afdeling Hulshorst / Hierden was per fiets op weg naar Ermelo. Hij liep met 2 kameraden in de armen van de Grenzzollpolitzei en nadat zijn twee vrienden onder een regen van kogels wisten te ontkomen werd Brammetje door 3 duitsers opgebracht. Nog in het bezit van zijn pistool wist hij vervolgens een duitse politieman buiten westen te slaan en alsnog te ontkomen. Toen hij terugkwam in Hulshorst was hij een fiets, pistool en portefeuille met papieren armer.
In de daar op volgende nacht word tussen Putten en Nijkerk vanuit een hinderlaag een auto met officieren van de Wehrmacht beschoten. Een officier en een verzetsman komen om het leven.
2 Oktober ’44 zal voor de bevolking van Putten de geschiedenis in gaan als de meest zwarte dag in de oorlogsgeschiedenis van Putten. De meer dan 659 in het dorp aanwezige mannen die een dag ervoor tijdens de razzia als gevolg van de aanslag zijn opgepakt worden weggevoerd als vergelding.(er zouden slechts 48 terugkeren )
Een dag later word Vierhout de ´´verhuizer´´ en timmerman/meubelmaker die met opa Bakker zoveel voor het Geheime Dorp betekende (nog in zijn overal gekleed) uit huis gehaald en gearresteerd. Vierhout, die werd gezocht, dook zelf ook een periode onder in het bos. Terwijl hij op een open vrachtauto word afgevoerd stopt de wagen bij de inmiddels door de duitsers als vergelding in brand gestoken boswachterwoning van Gerrit Mazier aan het begin van de Pas-Opweg. De gevangenen werden gedwongen toe te kijken en daarna afgevoerd naar Apeldoorn waar Dirk Vierhout op 7 oktober op gruwelijke wijze word gedood.
Het geheime dorp ontdekt
Op zondag 29 oktober is in de schemering het Geheime Dorp ontdekt door twee SS’ers die in het gebied op wild aan het jagen zijn. Zij horen het geluid van houtzagen en houthakken in het bos, en vinden dat verdacht. Ze gaan op het geluid af, en zien een jongen die in een ander vak water is gaan halen een brandgang oversteken. Na een kort verhoor laten ze de jongen gaan en gaan naar De Paasheuvel om versterking te halen. Dankzij dit besluit slagen er van de 87 onderduikers 78 mensen erin te ontkomen. De andere 9 Joodse onderduikers worden gevangen genomen en in de kelder van De Paasheuvel in Vierhouten opgesloten. Eén overlijdt de zelfde nacht als gevolg van ziekte en twee van hen worden later aan de voet van De Paasheuvel gefusilleerd. De andere moesten, samen met een executiepeloton, naar het Pas-Opkamp lopen, om daar gefusilleerd te worden. Ongeveer één kilometer buiten Vierhouten ontstond een schermutseling, toen twee onderduikers probeerden te vluchten. Eén van hen werd op de vlucht doodgeschoten, de andere keerde terug toen zijn 6-jarig zoontje begon te schreeuwen. Er werden drie kuilen gegraven waar de onderduikers in moesten gaan liggen. Vervolgens werden zij doodgeschoten. Ook de 6 jarige John Roelof Meijers ontkwam niet aan dit lot.
Hendrik Franken die al in 1942 op het distributiekantoor in Nunspeet werkzaam was, en werd goedgekeurd voor de arbeidsinzet, en vertrok op papier in 1943 naar Duitsland. In werkelijkheid bleef hij op hetzelfde distributiekantoor werkzaam. Toen het te bekend werd dat men voor bonkaarten, valse persoonsbewijzen en Ausweisen bij hem terecht kon verdween hij na een tip naar Almelo. Hij dook echter weer op in Ermelo nadat de situatie in Almelo door een NSB buurman hem te heet onder de voeten werd. Hij was net per 1 oktober als ambtenaar op de gemeentesecretarie benoemd en kon op deze manier veel van de 87 gevluchte onderduikers, stakende spoorwegmensen en mensen die voor de algemene arbeidsinzet waren ondergedoken inschrijven als evacué uit Arnhem. Het merendeel van de 87 gevluchte onderduikers werd dankzij Franken ondergebracht en verzorgd in en de omgeving van Ermelo.
Terwijl in januari 1945 de Hongerwinter uitbreekt en duizenden mensen op pad gaan om voedsel op bijvoorbeeld de Veluwe te vinden word de situatie in Hulshorst zo gevaarlijk dat meerdere mensen van de verzetsgroep onder leiding van jeugdige Joop Migchelsen besluiten voorlopig onder te duiken. Emmy Vroege (later van Taak) loopt als eerste bij het oversteken van de spoorrails recht in de armen van de bezetter. Minie v.d. Saag (20) en Brammetje Baar volgt hetzelfde lot. Ze worden op 13 januari alle drie opgesloten in de Jan van Schaffelaarkazerne in Ermelo.
Bram IJzerman gearresteerd
In de vroege ochtend van donderdag 18 januari word aan de Molijnlaan Bram IJzerman met zijn ouders door de Sicherheitsdienst gearresteerd. Ze worden verdacht van het hebben van banden met het ondergrondseverzet. Bram word afgevoerd naar de Jan van Schaffelaarkarzerne. Daar word Bram in de cel gezet bij Johan George Guttling. Johan (20), die door een verrader uit Putten was aangegeven, was ook vroeg die ochtend opgepakt en slechts met kostuum, hoed, overjas, sjaal en een paar sigaretten en lucifers opgesloten. Er was geen licht in de onverwarmde cel omdat de gangramen beschilderd waren met verduisteringsverf. Slechts s’ avonds van zes tot zeven was er een uurtje elektrisch licht. Als eten kregen ze s’ middags met z’n tweeën één beker watersoep en s’ avonds een homp brood met koffie.
De tweede dag werd Johan verhoord en mishandeld en neemt Vader IJzerman in de loop van de dag de plaats van Bram in de cel in. Diezelfde dag word s’ ochtends Hendrik Franken van het gemeentesecretarie Ermelo opgepakt. Franken die al was verdwenen van zijn werkplek naar aanleiding van de arrestatie van een bevriende ambtenaar van de voedselvoorziening (die ambtenaar was met door hem geregelde valse papieren gearresteerd) was echter toen hij naar enkele uren hoorde dat er onderduikers naar hem hadden gevraagd teruggekeerd naar zijn secretarie om hen te helpen. Hij werd daar vervolgens opgepakt door 2 leden van de beruchte Gestapo en naar de Jan van Schaffelaarkazerne overgebracht.
Samen met Johan wist IJzerman sr. te regelen dat er strozakken, een emmer water, bestek, enz kwam. Pas na een verblijf van 4 dagen in de onverwarmde cel, zonder dekens en een buiten temperatuur die soms ruim onder de min 10 graden Celsius kwam, werd ook de voedselvoorziening, naderhand aangevuld met ontvangen pakketten regelmatiger en beter.
Een week nadat IJzerman met zijn vrouw en Bram opgepakt was komt er een derde persoon in de cel bij. Deze man verblijft er slechts een aantal dagen en word als gevolg van een ernstig medisch probleem naar de ziekenzaal op Veldwijk gebracht. Op 5 februari verlaat ook Johan de cel als hij met o.a. Franken per vrachtauto aan het eind van de middag naar de Willem III kazerne in Apeldoorn word gebracht. (Johan Guttling, Hendrik Franken en 115 andere gevangenen zijn als represaille op de aanslag op Rauter bij de Woeste Hoeve op 8 maart 1945 aldaar gefusilleerd.)
Op 13 februari slaat ook het noodlot toe voor de oprichter van het onderduikerskamp: Opa Bakker. Hij word door een vergissing (met grote gevolgen) thuis aan de Albertlaan door de S.D. opgepakt en naar Apeldoorn afgevoerd.
de Bark
Een groep van zo’n dertig verzetsmensen, onderduikers en geallieerde piloten zit op zondag 25 februari 1945 bijeen in de oude, en op het oog leegstaande boerderij de Bark, ten zuidoosten van Varsseveld tussen Aalten en Dinxperlo.
De verzetsgroep/knokploeg kwam daar met enige regelmaat samen. De wacht die op de uitkijk stond zag door een beroete glazen dakpan in de verte Duitse soldaten naderden. De Duitsers, die al een paar dagen in de directe omgeving bezig zijn met metingen voor oorlogstuig, dringen het pand binnen. De groep hield zich muisstil op zolder terwijl de soldaten beneden rondkeken, en mogelijk in de hoop op voedsel kasten openen. Wat ze aantroffen, wapens en munitie, wees op de aanwezigheid van de verzetsgroep. Na een poosje gaan ze weer naar buiten. De mannen op de zolder hebben alles doodstil gevolgd, en besluiten uit angst voor verdere gevolgen, de drie soldaten achterna te gaan, te overvallen, en mee terug te nemen naar De Bark. Ook de chauffeur wordt opgespoord en ingerekend. Na verhoor eisen ze dat de vier Duitsers deserteren omdat de oorlog toch op zijn eind loopt. Maar de Duitsers weigerden.
Een duivels dilemma tekende zich af. Vrijlaten was geen optie – er zou zeker alarm worden geslagen – maar gevangen houden evenmin. De verzetsgroep besluit uiteindelijk de Duitse soldaten om te brengen door middel van ophanging. Om hun daad te verhullen werden de gedode Duitsers in hun auto gezet en werd de auto langs de weg Varsseveld – Aalten ter hoogte van Rademakersbroek tegen een boom gezet. Vervolgens werd door het ontsteken van een springlading een ongeluk geënsceneerd. Dat lukt maar ten dele. Een Duitse patrouille vindt nog dezelfde avond restanten van springkoorden en wurgstriemen. De sporen maakten duidelijk dat de inzittenden waren geliquideerd. Toen begon de zoektocht van de bezetter naar sporen van de daders.
Ondertussen, ondanks de afwezigheid van directeur IJzerman, word er toch besloten om op maandag 26 februari het 50 jarig bestaan van NV Maatschappij de Veluwe te herdenken. IJzerman die per 1 maart 25 jaar aan het bedrijf verbonden zou zijn zat nog steeds gevangen. Om 10 uur s’ ochtends komt het personeel bijeen in het administratiegebouw om het jubileum te herdenken. Groot is de verrassing en blijdschap als mevrouw IJzerman onverwacht binnenkomt om de herdenkingsplechtigheid bij te wonen. Geheel onverwacht was ze de afgelopen zaterdag ervoor vrijgekomen uit het huis van bewaring in Arnhem. Haar opgewekte houding en hoopvolle stemming beurden iedereen op. Namens het personeel en oud medewerkers worden 7 glas-in-lood ramen aangeboden voor het nog steeds in aanbouw zijnde recreatiegebouw. Tijdens het slotwoord onthult adjunct-directeur J.F. Ristjouw voor hetzelfde gebouw een nog niet geheel afgemaakt schilderij gemaakt door directeur IJzerman, die in zijn vrije tijd een niet onverdienstelijk schilder bleek te zijn. In het stuk is oprichter F.A. Molijn afgebeeld. De adjunct-directeur spreekt de wens uit dat de gevangenen maar spoedig vrij mogen komen omdat dan het jubileum pas werkelijk groots gevierd kan worden. In de daar opvolgende dagen word er naar hen in Amsterdam geïnformeerd en blijkt dat ze inmiddels in de gevangenis De Kruisberg in Doetinchem verblijven. Het geeft goede hoop omdat in De Kruisberg naar het schijnt uitverhoorde gevangenen terecht komen die slechts voor kleine vergrijpen worden vastgehouden.
In de achterhoek werd nog steeds gezocht naar de daders die de moord van de vier soldaten op hun geweten hebben. Tevergeefs, en omdat er geen daders gevonden worden besluiten de Duitsers om als vergelding willekeurige mannen te fusilleren.
Vrijdagmorgen 2 maart, vroeg in de ochtend, worden in Doetinchem in gevangenis de Kruisberg 46 gevangenen uit hun cellen gehaald en geboeid in een verhuiswagen gezet. Een colonne van militaire voertuigen zet zich vervolgens in beweging richting de boerderij aan de Rademakersbroek. Daar aangekomen worden rond half acht Opa Bakker, (Brammetje) Hilbrand Johannes Baar, Pieter Bastiaan Jan IJzerman en Bram IJzerman samen met alle andere 42 gevangenen het braakliggende graanveld opgedreven en met mitrailleurs gefusilleerd.
Later die ochtend krijgen boeren uit de buurt opdracht de lichamen met paard en wagen op te halen. Op het kerkhof aan de Sinderenseweg in Varsseveld is inmiddels een massagraf gedolven. Daar worden de slachtoffers ter aarde besteld.
Bevrijding
Een maand later is de Achterhoek bevrijd en worden de Nunspeters aan de Eperweg herbegraven.
Koningin Wilhelmina brengt op 24 oktober 1945 een bezoek aan de Achterhoek. Ze legt bij die gelegenheid een krans met linten in de nationale kleuren en met een margriet in het hart op de plaats van het massagraf.
In de daar op volgende zomer viel het op dat het koren op de plek van de liquidatie hoger groeide dan op de andere delen van de akker. Dit graan werd apart geoogst en word sindsdien in een glazen stolp bewaard. De stolp met graan maakt deel uit van het in 1949 opgerichte herdenkingsmonument aan de Rademakersbroek. Jaarlijks op 2 maart om 12:00 uur vindt hier een plechtige herdenking plaats.
Dit stuk is gebaseerd op feiten zoals eerder gepubliceerd. Mochten er echter in dit stuk onjuistheden terecht zijn gekomen, dan kunt u contact opnemen met de auteur via deze site.
Speciale dank aan:
P. Yska (heemkundige vereniging Ermelo)
Streekarchivariaat Noord-West Veluwe
Scoutingvrienden voor hun hand en spandiensten